Systeemfouten in het huidige bankieren

Systeemfouten in ons huidige economische systeem hebben er tezamen voor gezorgd dat dit systeem in de situatie is beland waar het vandaag is.

Deze systeemfouten zijn:

  1. Fractioneel bankieren door particuliere banken

  2. Rente (in combinatie met fractioneel bankieren door particuliere banken)

  3. Speculatie en International Financial Reporting Standards

 

1. Fractioneel bankieren door particuliere banken:

Wanneer u geld leent van een bank is dit niet het spaargeld van een ander. Een (particuliere!) bank hoeft slechts een fractie van het geld dat het uitleent werkelijk zelf 'in kas' te hebben. Wanneer u b.v. voor € 200.000 een hypotheek afsluit zal de verstrekkende bank circa € 10.000 'in kas' hebben. De overige € 190.000 wordt door hen in hun boekhouding gecreëerd na dat u uw handtekening onder de hypotheekacte heeft gezet. Dit is tegenwoordig de 'wereldstandaard' voor bankieren. Op deze manier wordt circa 98% van het in omloop zijnde geld wereldwijd gecreëerd. Dus niet door de staten. Sterker nog, de staten/regeringen lenen ook bij deze banken. Bijna al het in omloop zijnde geld is dus gecreëerd als rentedragende schuld aan particuliere banken.

(Voor details zie de video 'Geld als schuld')

2. Rente (in combinatie met fractioneel bankieren door particuliere banken):

Genoemde banken brengen rente in rekening voor het boekhoudkundig uit het niets gecreëerde geld. Dit is niet éénmalig een winst als vergoeding voor hun 'service', nee, deze rente wordt elk jaar, elke dag, opnieuw in rekening gebracht. Die rente moet opgebracht worden door de lener. Deze moet die rente dus door werk in loondienst of door 'handig zakendoen' van een ander zien te verkrijgen. Maar deze ander heeft zijn/haar geld ook geleend en moet hier ook rente over betalen. Dit systeem is slechts in stand te houden door z.g.n. economische groei. Zolang er meer verkocht wordt kan er meer geleend worden en kunnen rente en aflossingen betaald blijven worden.

De kosten van rente worden door bedrijven in hun producten en diensten doorberekend. Prof. Dr. Margrit Kennedy heeft in de jaren '90 van de vorige eeuw voor de Duitse economie berekend dat, gemiddeld, de prijs van een product voor 45% bestaat uit doorberekende rente. Hierdoor betaalde iedereen met minder dan circa € 500.000 rentedragend vermogen per saldo, direct of indirect, rente. Voor Duitsland betekende dit dat 80% van de bevolking per saldo rente betaalde (via de banken) aan 10% van de bevolking. Circa 10% was 'in evenwicht'. Deze verhouding was wereldwijd nog veel verder uit balans en is onder invloed van het systeem de laatste jaren steeds erger geworden. Door deze systeemfout nadert de verhouding uiteindelijk 0 / 100.

Wat we nu zien is het begin van het einde van dit systeem. De verhouding komt steeds dichter bij 0 / 100 waardoor de 'armen' niet meer in staat zijn om te blijven kopen en hun hypotheeklasten te voldoen. De aan het systeem inherente groeidwang is ook de oorzaak van de alsmaar hoger wordende kosten van woningen. De leningen kunnen niet meer terugbetaald worden. Volgens de geldende boekhoudregels moeten de banken dit als verlies afboeken waardoor zij, ook weer boekhoudkundig, in de problemen komen. De oplossing van de overheden is om de banken te ondersteunen met belastinggeld dat weer moet komen van de bevolking die dit niet meer op kan brengen aangezien zij anders hun verplichtingen aan de banken wel rechtstreeks zouden zijn nagekomen.

(Voor details zie artikel 'A changing money system' door Margrit Kennedy')

3. Speculatie en International Financial Reporting Standards:

Banken doen hun boekhouding volgens de richtlijnen van de International Financial Reporting Standards. Deze richtlijnen stellen dat de waarde van iets gelijk staat aan de prijs die er voor wordt betaald. Iedereen weet echter dat een prijs helemaal afhankelijk is van de situatie en omstandigheden waaronder deze tot stand komt en daarom dus nooit als algemene standaard gezien kan worden. Zeer gecompliceerde en ondoorzichtige financiële producten worden door banken bedacht en onderling verhandeld waardoor een prijs wordt gecreëerd. Elke keer dat een bank zo'n product voor een hogere prijs verkoopt dan het ervoor heeft betaald wordt dit geboekt als winst. Uiteindelijk betaalt één zo'n bank een opgedreven bedrag voor het product en kan dit niet meer verkopen aan één van de andere banken binnen de 'bankeneconomie' (lees 'huishouding). Op dat moment wordt het product voor de opgeblazen prijs verkocht aan een externe partij, namelijk één in de echte economie, bijvoorbeeld een pensioenfonds. Even kort door de bocht, maar op macroniveau komt het hier wel op neer, het pensioenfonds blijft zitten met een product waarvoor zij een veel hogere prijs hebben betaald dan het waard was. De pensioengerechtigden draaien op voor de winsten die de banken op deze manier voor hun aandeelhouders en management hebben gerealiseerd.

(Voor details zie video van Roaul Schepers 'International Financial Reporting Standards: Alchemy for professionals')

Sociale media

Volg ons en tweet